De groeivertraging in de Nederlandse industrie heeft in februari doorgezet. De graadmeter voor de industrie zakte in februari naar 51,7 en kwam daarmee uit op het laagste peil sinds augustus 2014.
Dat meldde de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) dinsdag. Een stand boven 50 duidt op groei, daaronder op krimp.
(klik voor vergroting)
De lagere prijzen van grondstoffen droegen bij aan de grootste daling van de inkoopprijzen sinds januari 2015. Dit leidde op zijn beurt tot de grootste verlaging van de verkoopprijzen in iets meer dan een jaar. De omvang van de productie steeg opnieuw, maar in de kleinste mate in meer dan tweeënhalf jaar.
Stagnatie nieuwe orders
Na 31 maanden van groei stagneerde het aantal nieuwe orders verder. Wel was het aantal exportorders groter, al was deze groei de kleinste in drie maanden. Vooral producenten van consumptie-artikelen en kapitaalgoederen boekten meer exportorders.
"Een knappe prestatie als men de malaise in de oliesector beziet, waar internationaal de investeringen fors zijn afgenomen'', aldus hoogleraar inkoopmanagement Arjan van Weele van de TU Eindhoven.
Lagere inkoopprijzen
Van Weele denkt niet dat een snelle terugval van de groei in de industrie is te verwachten. Hij wijst daarbij op de dalende inkoopprijzen van olie, staal en andere grondstoffen die zich direct vertalen in sterk lagere verkoopprijzen.
"Samen met een goede beheersing van de (voorraad)kosten weten Nederlandse producenten hierdoor hun concurrentiepositie te behouden'', aldus de hoogleraar.
Het aantal banen nam in februari "opnieuw bescheiden toe'' bij de Nederlandse productiebedrijven. Het was de twaalfde maand op rij dat de werkgelegenheid toenam.
Groei Europese industrie vlak af
Ook de activiteit van de industrie in de eurolanden is in februari minder gegroeid dan een maand eerder, blijkt uit definitieve cijfers van het Britse onderzoeksbureau Markit. De inkoopmanagersindex voor de sector zwakte af van 52,3 naar 51,2. Economen rekenden al op een krimp van de groei, maar waren met hun voorspelling van 50,2 pessimistischer dan nodig.
De Britse, Franse, Italiaanse en Spaanse industrie stelden wel teleur. De Britse inkoopmanagersindex zat het verst onder de verwachtingen en kwam uit op 50,8 tegenover 52,3 waar economen van uitgingen.
De Duitse inkoopmanagersindex deed het met 50,5 iets minder slecht dan de 50,2 waar op werd gerekend. Desondanks bereikte het cijfer daarmee het laagste punt in meer dan een jaar. In januari kwam de index nog uit op 52,3.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl